De wethouder verwelkomde iedereen en zei blij te zijn dat er weer vijf gebouwen zijn aangewezen als monument. “Zo kunnen we vasthouden aan waar we ooit vandaan zijn gekomen.” Ze haalde enkele voorbeelden aan zoals de maalderij, molen de Valk, het tractormuseum en de diverse mooie boerderijen. “De geschiedenis daarvan willen we graag vasthouden.”
Hierna werd aan mevrouw Ina Molenaar, samen met haar man eigenaar van het museum Molenaar’s oude tractoren aan de Noordeindseweg in Berkel en Rodenrijs, het woord gegeven om enige toelichting te geven over hun boerderij/museum dat nu een monumentaal pand is. “Het is een van de oudste boerderijen in Berkel en Rodenrijs en dateert uit ongeveer 1650”, vertelde ze. Het achterste gedeelte van de boerderij is nog zoals het vroeger was. Bij de bouw ervan is geen spijker aan te pas gekomen. Er werden zogenaamde dwarsliggers gebruikt en op de muren geplaatst. Vele jaren erna is het voorste gedeelte verbouwd/vernieuwd.
De andere gebouwen/panden die als monument zijn aangewezen, zijn: Rodenrijseweg 98, het gemaal aan de Noordeindseweg (rond 1876 werden de molens vervangen door het stoomgemaal, inmiddels voorzien van elektromotoren), het Huisje op de begraafplaats aan de Bergweg-Noord in Bergschenhoek en de voormalige lagere school aan de Julianastraat, destijds verbouwd tot onder meer drie appartementen. Bewoners van Julianastraat 2B en 2C waren bij de presentatie aanwezig. De bewoners van nummer 2A waren verhinderd.
Uit handen van de wethouder kregen bewoners/beheerder een schildje met daarop het wapen van Berkel en Rodenrijs, dat ze aan het pand kunnen bevestigen, plus het mooie boek ‘Monumenten in Lansingerland’ uitgereikt. Cor Overmeer, voorzitter van de Historische Vereniging Berkel en Rodenrijs vertelde in het kort nog iets over het ontstaan van de drie kernen, nu Lansingerland en vertoonde de hierover gemaakte documentaire.